De geschiedenis van Boxtel’s Harmonie is uitvoerig beschreven in het boek ‘Muziek in Boxtel – geen onbeschreven blad’ dat Piet van Oers in 2008 publiceerde bij gelegenheid van het honderdjarig bestaan van de twee plaatselijke muziekkorpsen. Hieronder een korte samenvatting.
Nadat in de 19e eeuw drie fanfares geen lang leven beschoren waren, namen drie jongemannen op 28 mei 1908 in café De Adelaar het initatief wederom een muziekkorps in Boxtel op te richten. Janus Biemans, Henri van Haeren en Willem van de Laar riepen de plaatselijke notabelen bijeen om steun te krijgen voor hun plan en ja hoor, drie dagen later viel het besluit inderdaad een harmonie te vormen.
Dat met name ook nogal wat werkgevers hun steun hadden gegeven, moet bij de plaatselijke arbeidersvereniging (de R.K. Gildenbond) voor de nodige onrust hebben gezorgd. Twee jaar eerder immers was na een staking de bedrijfsfanfare van Van Oerle’s Weverijen, destijds een van de grootste werkverschaffers, nog ontbonden. Waarschijnlijk om bemoeizucht van hun bazen te voorkomen, besloot deze voorloper van de vakbond zelf een blaasorkest op te richten. Nog voordat de andere vereniging van de grond kwam, was de oprichting van de R.K. Gildenbondsharmonie op 8 juni 1908 een feit.
Na alle ophef rond vorming het tweede muziekkorps werd op 10 juli 1908 een oprichtingsvergadering belegd voor eene algemeene Boxtelsche Harmonie. Op die zomerse vrijdagavond werd in de sociëteit Gezelligheid (gevestigd in hotel Riche) een commissie gevormd die zich bezig ging houden met de voorbereidingen en de opstelling van statuten. Een maand later werd de naam vastgesteld: Boxtel’s Harmonie.
Vanaf de jaren twintig was de harmonie steeds succesvol tijdens concertwedstrijden: Concoursresultaten harmonieorkest. Met een korte onderbreking vanwege de Tweede Wereldoorlog musiceerde het blaasorkest sinds 1932 steeds op het hoogste niveau. Koninklijke erepenningen, gouden en zilveren erekransen én kampioenswimpels sierden jarenlang het in 1910 geschonken vaandel en vormen de hoofdprijzen die tot en met de jaren zestig werden behaald onder leiding van de dirigenten Janus Groot en Antoon Molenschot. Maar ook later werden fraaie eerste prijzen op concoursen behaald met Rinus van Hamond, Arthur Verhofstad, Harry Bosch en William Linssen aan het roer. De animo voor concoursdeelname nam af maar dat weerhield de muzikanten er niet van fraaie en druk bezochte themaconcerten te organiseren. Dat gebeurde van 2015 tot begin 2019 met Jules van de Loo uit Vught op de dirigeerbok. Na een tijdje als interim-dirigent werkzaam te zijn geweest, is Johan Smeulders op verzoek van de orkestleden benoemd tot artistiek leider.
In 1954 werd de vereniging uitgebreid met een tamboerkorps dat evenzeer zijn mannetje wist te staan tijdens muziekwedstrijden. In overeenstemming met de landelijke tendens werd in de jaren negentig de overstap gemaakt naar een slagwerkensemble dat een meer gevarieerd repertoire vertolkt. Na de verovering van diverse Brabants kampioenstitels in de hoogste divisie onder leiding van erelid Koos Pigmans, lukte het in 2006 ook nationale roem te vergaren. Tijdens het eerste NK van de gezamenlijke muziekfederaties behaalde de percussiegroep onder leiding van John Klaus de blauwe wimpel in de tweede divisie. Inmiddels wordt het slagwerkensemble geleid door eigen lid Mark Koning.
De Aggemarvanhuisaf Band is in 1962 ontstaan als blaaskapel Die Zwetschgenbub’n, die een jaar later werd gebombardeerd tot hofkapel van de eerste Boxtelse carnavalsprins. Ruim veertig jaar was het repertoire enerzijds gebaseerd op Midden-Europese blaasmuziek van wereldberoemde orkesten als de Original Egerländer Musikanten en Moravanka. Anderzijds speelde de kapel ook een gevarieerd amusementsrepertoire. In 2001 eindigde de rol van hofkapel en doopten de muzikanten hun orkest om tot De Aggemarvanhuisaf Band. Langzaam veranderde zowel de bezetting als de uitstraling van de club.